Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Fytopatholoog Jan Hoogland van Bejo:

"Fusarium meest voorkomende ziekte in uien"

Welke toegevoegde waarde heeft het researchcentrum van Bejo voor de uienteler en wat gebeurt er allemaal in het laboratorium? Jan Hoogland, fytopatholoog voor Allium, nam Uien magazine van de Groot en Slot mee voor een kijkje achter de schermen. "Fusarium is nog steeds de meest voorkomende ziekte in uien", zegt hij.

Als Jan Hoogland met een accountmanager van De Groot en Slot door het land loopt, vallen hem gelijk allerlei ziektebeelden op. Dat is voor de teler niet altijd leuk, maar voor ons is het vanuit het vak juist wél interessant om te zien welke ziekten je aantreft in het veld, zegt hij. "Wanneer er verschillen in gevoeligheid tussen rassen is waar te nemen, is er ook een genetische basis om rassen verder te verbeteren."

© De Groot en Slot

Telers die iets vreemds in hun gewassen zien, kunnen dit laten onderzoeken bij het researchcentrum van Bejo. Sommige ziektebeelden zijn kenmerkend, anderen meer indirect, aldus de fytopatholoog. "Dan komt er een uitslag die je eigenlijk niet verwacht."

Fusarium is nog steeds de meest voorkomende ziekte in uien, zegt Hoogland. Hij snijdt een ui door om te laten zien hoe de ziekte in de bol doorgaat. "Het leuke van dit vak is dat wij allerlei verschillende technieken gebruiken, afhankelijk van het organisme waarmee we werken. Bij Fusarium is het interessant om te zien hoe de ziekte zich via de wortel naar de bol beweegt. We kunnen de ziekte dan bijvoorbeeld isoleren en terug toetsen op planten. Sommige Fusariumsoorten groeien secundair op de ui, bijvoorbeeld als die is aangevreten door de uien- of bonenvlieg."

Diagnostische service
Het researchcentrum van Bejo heeft verschillende taken: diagnostische service, begrijpen van pathogenen, resistentieveredeling en onderzoek naar inhoudsstoffen. "Bij de diagnostische service wordt gekeken wat de oorzaak van de symptomen van ziekten kunnen zijn. Uientelers met een onbekend ziektebeeld in het gewas kunnen dat hier laten onderzoeken. Daarbij wordt gebruik gemaakt van diverse technieken, onder andere visuele beoordeling, pathogenenisolatie en PCR-methoden. Ook de relevante isolaten komen op deze manier binnen. Die kunnen weer worden gebruikt in de veredelingsprogramma's", zegt Hoogland.

Een andere taak van het researchcentrum is het begrijpen van resistentiemechanismen, de interactie tussen pathogenen en rassen. Die is verschillend per type pathogeen (schimmels, virussen, insecten en bacteriën). Daarnaast worden er pathogenen en plagen in stand gehouden en vermeerderd voor het doen van proeven. De proeven worden uitgevoerd in zowel het lab als op het veld. Bij resistentieveredeling worden de beste resistente planten geselecteerd en uitgeplant op het land en met backcross breeding worden de beste resistenties met de hoogste kwaliteit gecombineerd. Content analyse richt zich op inhoudsstoffen als vitaminen/ mineralen, kleur/pigment en smaakcomponenten in groenten.

Bijzonder ziektebeeld
Als een teler een monster van een ziektebeeld instuurt, kan het één tot zes weken duren voordat de diagnose kan worden gesteld. Dat is afhankelijk van de reactietijd van het onderzoek, zegt Hoogland, al snapt hij dat telers zo snel mogelijk willen weten wat er speelt in het veld. "Soms weten we binnen een week wat er aan de hand is; soms kan het vier tot zes weken duren voordat we een goede diagnose kunnen stellen. Vaak groeien er meerdere organismen uit een op kweek gezet monster. Die moeten allemaal worden getoetst, wil je het onderzoek goed doen."

Zoals gezegd, is Fusarium de meest voorkomende ziekte in uien. Wat is het meest bijzondere ziektebeeld dat Jan Hoogland ooit in zijn werkzame leven is tegengekomen? Wortelbrand in uien, zegt hij. "Dat is een bodemgebonden schimmel die voorkomt op gronden met een hoog organisch stofgehalte en alleen een plant kan infecteren in de eerste vijf dagen van opkomst. De leukste monsters zijn samples van ziektebeelden die zelfs mensen die hier al heel lang werken niet herkennen."

Bron: Uien Magazine, De Groot en Slot