Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Bodemverdichting in Vlaanderen: Oorzaken, gevolgen en oplossingen

Bodemverdichting is een vorm van structuurbederf die ontstaat wanneer de draagkracht van de bodem wordt overschreden en hierdoor samengedrukt en/of vervormd wordt. Gevolg is dat grote, continue poriën verdwijnen, wat de waterhuishouding verstoort en de wortelgroei bemoeilijkt. Dit maakt de gewassen droogtegevoeliger en verhoogt de kans op plasvorming.

Bodemverdichting is vooral problematisch in de ondergrond. In vergelijking met de bouwlaag (0-30 cm) is de ondergrond immers veel moeilijker te bereiken met conventionele, jaarlijkse bodembewerkingen.

De verdichting van akkerland wordt voornamelijk veroorzaakt door frequent veldverkeer met zware machines onder natte(re) bodemcondities. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bodemverdichting in de afgelopen decennia veel meer aandacht kreeg: landbouwmachines worden immers steeds groter en zwaarder. Zo nam de gemiddelde wiellast bij maaidorsers met 11,1 ton toe tussen 1958 en 2020. In die periode steeg ook het areaal aan laat geoogste gewassen, zoals mais en aardappelen. Deze teelten lopen het risico dat ze geoogst worden bij natte bodemcondities. Wanneer de bodem nat is, heeft deze een sterk verminderde draagkracht en verhoogt de kans op bodemverdichting.

Hoe groot is het probleem?
Binnen het pas afgelopen project EJP SOIL SoilCompaC keken verscheidene onderzoeksgroepen in heel Europa naar de verspreiding en ernst van ondergrondverdichting op Europese akkers. Hiervoor maakten ze gebruik van de reeds beschikbare data van grootschalige monitoringscampagnes. In Vlaanderen had men toegang tot de data van het Cmon-koolstofmonitoringnetwerk. Uit een analyse van de bulkdichtheidsdata in het 30-60 cm diepte-interval maakte men op dat 31% van de bemonsterde akkerlandplots problematisch verdicht waren door menselijke oorzaak. Dit is opvallend hoog in vergelijking met de andere West-Europese landen waar een soortgelijke analyse werd uitgevoerd. Zowel Duitsland (19%), Frankrijk (5%) als Denemarken (3%) lijken veel minder last te hebben van door mensen veroorzaakte ondergrondverdichting in akkerland. Aangezien de evolutie van grotere en zwaardere landbouwmachines te zien is in heel Europa, moet de verklaring voor de sterke ondergrondverdichting in Vlaamse landbouwbodems wellicht gezocht worden in enerzijds het aanzienlijke areaal aan laat geoogste gewassen en anderzijds de vele kleine percelen, en bijgevolg een relatief groter aandeel aan kopakkers.

Wat kan er gedaan worden?
Diepgronden is veruit de meest gebruikte mechanische maatregel, omdat het een relatief 'laag' brandstofverbruik heeft en de gelaagdheid – en dus ook de draagkracht – van de bodem het best bewaard wordt. Ook bij diepgronden blijft het essentieel om de bewerking bij optimale (niet te natte) omstandigheden uit te voeren en niet dieper te werken dan absoluut noodzakelijk. Zeker bij leembodems heeft diepgronden een groot risico op versmering van de bodem. Streef bovendien best niet naar het loswerken van de complete ondergrond. Een diepgronder met minder tanden is vaak even effectief om de negatieve gevolgen van bodemverdichting op te lossen en kan ook de herverdichting afremmen. Het verminderen van de belasting op de bodem is daarbij aanbevolen.

Daarnaast is het aangeraden een mechanische bewerking te combineren met een biologische maatregel zoals de inzaai van diepwortelende gewassen of groenbedekkers. De plantenwortels maken immers gebruik van de openingen die gecreëerd zijn door de diepe bodembewerking en stabiliseren zo de bodemstructuur en verhogen de draagkracht van de bodem. Je kan ook biologische maatregelen nemen: kies dan voor diepwortelende gewassen of groenbedekkers met het vermogen om doorheen verdichte lagen in de ondergrond te groeien. Zo creëren ze (bio)poriën waardoorheen de wortels van de daaropvolgende gewassen kunnen groeien om bij de watervoorraad in de ondergrond te geraken. Luzerne en bladrammenas hebben hierin al duidelijk potentieel getoond en ook onder andere sorghum-soedangras, rietzwenkgras en cichorei lijken dezelfde aanleg te hebben. Biologische herstelmaatregelen hebben echter een trage werking. Meestal vereist het meerdere jaren voordat een duidelijk herstel van de bodemstructuur optreedt.

Voorkomen is beter dan genezen
De moeilijkheden bij het opheffen van ondergrondverdichting benadrukken het belang van preventiemaatregelen. Het intensieve landbouwsysteem in Vlaanderen maakt het voor landbouwers niet eenvoudig, maar er zijn wel degelijk effectieve maatregelen die kunnen helpen om bodemverdichting te vermijden. Eerst en vooral moet je het veldverkeer met zware machines zo veel mogelijk beperken, zeker in het (natte) voor- en najaar. In deze periodes kunnen enkele dagen uitstel een substantieel verschil maken voor het risico op bodemverdichting. Pas daarnaast de bandenspanning aan volgens de tabellen van de bandenproducenten, desnoods met behulp van drukwisselsystemen. Hiermee vergroot je het contactoppervlak tussen band en bodem, net zoals bij het gebruik van rupsbanden. Dit mag dan wel geen excuus zijn om bij nattere omstandigheden toch nog op het veld te komen, in dat geval zullen zelfs de grotere contactoppervlakken niet beschermen tegen aanzienlijke bodemverdichting tot diep in de ondergrond.

Bron: Boerenbond

Publicatiedatum: