De Groot en Slot wordt 70 jaar. En dat mag iedereen weten. Komende november wordt het jubileum van deze Noord-Hollandse familieonderneming, wereldmarktleider in de veredeling en productie van uienzaad, uitbundig gevierd, onder meer met een symposium, een open dag en de uitreiking van een Innovatie Award. "Maar eigenlijk vieren we het hele jaar door met verschillende acties," aldus innovatieregisseur Sabina Fa in de uienspecial van het Vakblad Primeur
Tussen hier en november ligt nog een hele lente en een volledige zomer, maar we wilden ons nu al even laten bijpraten door Sabina en door Rob Bekker, hoofd Special Projects, over het reilen en zeilen van de uienveredeling. Echter, we zouden al wie de voorbije 70 jaar een steentje – of flinke steen – heeft bijgedragen aan het succes van dit bedrijf onrecht aandoen, als we niet eerst enkele mijlpalen aanhalen.
Een bijzonder bruidsgeschenk
Als we terugrekenen, dan moet het verhaal beginnen in 1955, het jaar waarin de fusie wordt opgetekend tussen de tuindersbedrijven van de broers Jacob en Cornelis de Groot en hun zwager Jan Slot tot De Groot en Slot. Maar elke geschiedenis heeft zijn voorgeschiedenis, vaak met enkele markante details. Zo kreeg hun moeder Aagtje in 1913 een bijzonder bruidsgeschenk mee van haar vader, de tuinder Cornelis Meurs, de dag dat ze trouwde met Cornelis de Groot: een uitstekend uienras. Vanaf dat moment groeide een familietraditie uit tot vakmanschap dat inmiddels vijf generaties omspant.
Overnames, veredelingssuccessen, geografische uitbreiding, het maakt allemaal deel uit van de bedrijfsgeschiedenis. Op veredelingsgebied kan ingezoomd worden op 1968: de introductie van Hygro, de eerste hybride ui in Nederland. Creation, de eerste zaaisjalot, zag het licht in 1991. Vier jaar geleden voegde Innovator resistentie tegen valse meeldauw toe aan dit segment. In 2010 had Hylander die prestatie al voor elkaar gebracht in het gele uiensegment. Redlander volgde in 2018 voor de rode uien. Tegen Fusarium en droogte, twee andere bedreigingen voor de uienteelt, werd het voorbije decennium enige verlichting geboden met Hysky en Hysinger.
Partners in Allium
Er hebben meerdere overnames plaatsgevonden door de jaren heen. De meest in het oog springende samenwerking is die met Bejo in 1970, 'Partners in Allium' genoemd, waar de kiem werd gelegd van de huidige koppositie als leveranciers van uienrassen in West-Europa. In de jaren '60 werd overigens al over de landsgrenzen heen gekeken met de start van zaadteelt in Italië en Frankrijk. Vandaag de dag is De Groot en Slot wereldwijd actief. Zo zijn er al tien jaar veredelings- en productieactiviteiten in Zuid-Afrika. Een en ander doet vermoeden dat De Groot en Slot goed gewapend is om nog vele decennia toe te voegen aan de 70-jarige geschiedenis.
16 miljard letters DNA
In het lijstje verwezenlijkingen van De Groot en Slot hoort ook het volledig in kaart brengen van het uiengenoom. Het bepalen van de DNA-volgorde van de ui is een krachttoer die het bedrijf drie jaar geleden voor elkaar heeft gekregen in samenwerking met partner Bejo, het genomics bedrijf Service XS en Wageningen University & Research. Waar het menselijk genoom drie miljard letters DNA herbergt, heeft dat van ui er maar liefst vijf keer zoveel, goed voor 10 strekkende meter DNA in elke uiencel. Met behulp van de sequentie kunnen sneller de genen worden geïdentificeerd die verantwoordelijk zijn voor bijvoorbeeld resistentie tegen ziekten, plagen en droogte. En omdat de broncode online gepubliceerd is, kan elke veredelaar ermee aan de slag.
"Omdat het chemische pakket onder druk staat, kijken telers naar de veredeling om problemen zoals Fusarium, een grondgebonden schimmel, te bestrijden," zegt Rob. "Bij De Groot en Slot hebben we al ruim vijftien jaar een Fusarium-resistentietraject lopen en nu zitten de eerste tolerante rassen eraan te komen. Met tolerant bedoelen we niet 100% resistent, want al is het volledige genoom zichtbaar, in drie jaar tijd zijn we er nog niet in geslaagd alle plekken in het genoom te achterhalen waar het Fusarium aanpakt. Bovendien heeft Fusarium verschillende stammen, die we allemaal mee proberen te nemen in onze veredelingsprogramma's, maar precies die veelheid aan stammen zorgt er ook voor dat volledige resistentie een lastig verhaal is."
Niet gek laten maken door modegrillen
Tegen valse meeldauw heeft de uienveredelaar hoogresistente rassen. "Ook naar koprot is veel onderzoek gedaan. Maar dat is doorgaans een secundair probleem. Als er al een aantasting is in het gewas, dan komt vaak koprot de kop opsteken," aldus Rob. Het gehele ontwikkelingsproces, van de eerste kruising tot en met het beschikbaar hebben van commercieel hybridezaad voor introductie op de markt, duurt vaak langer dan vijftien jaar.
"We hebben trajecten lopen voor meerdere resistenties en we kijken daarvoor echt naar de lange termijn, precies omdat het zo lang duurt om een nieuw ras op de markt te brengen," vult Sabina aan. "In die zin mogen we ons niet gek laten maken door modegrillen. Wat nu ineens een behoefte is, is dat mogelijk over 20 jaar niet meer. Daar moet goed over worden nagedacht. Een heldere kijk, stabiliteit en focus op kwaliteit zijn daarbij onontbeerlijk. Het is de kracht van dit bedrijf, al 70 jaar lang. Niet voor niets staan familiebedrijven er bekend om kwaliteit op één en op twee en op drie te plaatsen. Ook het feit dat we niet ieder kwartaal hoeven te rapporteren, stelt ons in staat om jaren vooruit te denken."
Weinig water vraagt om sterke wortels
Nog een aandachtspunt in de veredeling is het wortelgestel. "Eigenlijk in elk programma, zowel van Rijnsburgers, stengeluien, bosuien of sjalotten, wordt geprobeerd om genetica met een beter wortelgestel in te kruisen. Ui wordt beperkt in zijn maximale opbrengst door het wortelgestel. En dat geldt zeker voor teeltgebieden waar watertekorten aan de orde van de dag zijn. In het Zuid-Spaanse Andalusië, toch een belangrijk uienteeltgebied, wegen telers elk jaar af welk gewas ze kunnen planten, niet alleen door de waterschaarste, maar ook door het toenemende zoutgehalte in het water. Ui, als een zwak wortelend gewas, vindt zout niet fijn," legt Rob uit.
Hoewel het Andalusische uienareaal het voorbije decennium van jaar tot jaar flink schommelde, met uitschieters in 2018 (3.068 ha) en 2021 (4.427 ha), is de tendens van de voorbije drie jaar inderdaad weer dalend, met een gemiddelde van 3.318 ha tegenover gemiddeld 3.670 ha in de periode 2015-2021, zo blijkt uit cijfers van de gewestelijke Andalusische overheid. In totaal bestreek het Spaanse uienareaal in 2023 volgens gegevens van Faostat 23.260 ha, nog steeds een derde minder dan de 34.960 ha in Nederland, een écht exportland. "Onze uienexportsector dankt zijn succes aan een combinatie van hoogwaardige teelt, een onmiskenbare handelsgeest en korte logistieke lijnen. Daarnaast heeft Nederland met de langedag uien een goed bewaarbaar product, wat je niet altijd kunt zeggen van andere teeltlanden," geeft Rob aan.
Korte dag staat voor kortere bewaarbaarheid
Ook voor de kortere dag uien, die op een breedtegraad dichter bij de evenaar worden geteeld, hebben De Groot en Slot en Bejo een wereldwijd veredelingsprogramma. "In ons veredelingsstation in Zuid-Afrika worden kortere dag uien ontwikkeld. Ze groeien sneller en daarom hebben ze meerdere teeltcycli per jaar, maar ze zijn heel vaak korter bewaarbaar. En het is niet zo dat je die bewaarbaarheid flink kan vergroten met genetica. De veredeling kan daarin iets betekenen, maar dezelfde bewaarkwaliteit als van de Rijnsburger genetica is een utopie."
Daarom ziet de toekomst van de Nederlandse uienteelt er nog steeds veelbelovend uit. "Bovendien wordt het met de klimaatverandering in veel kortere dag gebieden steeds lastiger om uien te telen. Wanneer er op een bepaald moment lokaal geen product meer aanwezig is, dan komt Nederland in beeld. We zijn heel sterk in gaten vullen," vertelt Rob. "Vele landen houden Nederland achter de hand als back-up, zelfs Engeland. Daar telen ze 80% van de behoefte en betrekken ze standaard 20% vanuit Nederland. En als de oogst tegenvalt, iets meer. Want als ze 100% inzaaien en een erg goede oogst hebben, dan moeten ze 5% weggooien omdat ze niet in staat zijn die te exporteren. Het is bijna een risico voor hen om het areaal volledig af te stemmen op de behoefte."
Sjalot als commodity
Aangezien de bevolking in de hoge consumptieregio's als Afrika en Midden-Azië, waar ui een 'staple food' is, blijft groeien, komt de grootste bedreiging volgens Sabina niet van de vraagkant, maar eerder, zoals voor veel gewassen overal ter wereld het geval is, van weersextremen en ziekte- en plaagdruk. "En dus wordt de blik resoluut richting veredelaars gericht. Wij pakken de handschoen op en besteden daarbij ook volop aandacht aan de sjalot. Wist je dat in Indonesië, in tegenstelling tot in veel andere landen, ui de specialty is en sjalot de commodity?"
Rob voegt daar nog een weetje aan toe: "Ui is over het algemeen een smaakmaker waar bij verhitting de suikers karamelliseren. Maar omdat sjalot een hoger suikergehalte heeft dan ui, komt die karamelsmaak nog meer naar voren bij het wokken. Ui en sjalot passen bovendien in heel veel gerechten en hoe diverser de keuken, hoe hoger de uienconsumptie."
Wit lukt niet goed in Nederland
Niet alleen de veelzijdigheid op culinair gebied en zijn rol als smaakmaker maken van ui een vaste klant in de voorraadkast, ook zijn gezonde eigenschappen, met de zwavelhoudende stoffen alliïne en alicine op kop, zouden consumenten moeten verleiden. "Alle groenten zijn natuurlijk gezond, en ui is daar geen uitzondering op. Maar afgezien van het feit dat het woord 'ui' wel eens valt als over 'superfood' wordt gesproken, zit de kracht van deze bol deels in het feit dat hij voor sommige delen van de wereld, waar 'food' op zich al een uitdaging is, mede voorziet in de voedingsbehoefte."
En wat met wit, rood en zoet? "In Nederland zie je in het algemeen een verschuiving naar een hoger percentage rood en dat is al een aantal jaar aan de gang. Rood beweegt op een iets meer speculatieve markt dan geel, omdat je vaak verder weg moet met je product. En hoewel sommigen kansen zagen in witte en milde uien, is wit best een uitdaging in Nederland. Vaak blijven er toch wat zwarte spikkels achter op de schil. En voor milde uien zit de meeste genetica in de kortere dag uien," legt Rob uit.
Uniforme uien dankzij hybride rassen
Zeventig jaar, een mensenleven zeg maar. Kort en lang tegelijk. Maar lang genoeg om getuige te zijn van enkele grote doorbraken. "De grootste doorbraak in de uienveredeling is de hybridisatie geweest," is Rob stellig. "Het heeft groeikrachtige en uniforme uien mogelijk gemaakt. Als je plaatjes ziet vanuit het verleden, dan zie je veel verschillende vormen uien. Ondertussen zijn de veredeling én de telers – onderschat de bijdrage van hun kennis en teeltmethodieken niet – erin geslaagd om een strak eindproduct in het schap te krijgen. En doordat je met hybrides andere genetica in kunt brengen, is het mogelijk geweest Rijnsburgers vroeger te oogsten en op de markt te brengen. Hetzelfde zie je natuurlijk bij de plantuien, waar overwinteringsplantuien een steentje bijdragen om jaarrond een uniform product in het schap te hebben."
De grootste uitdaging voor De Groot en Slot de komende decennia wordt volgens Rob om groei en kwaliteit hand in hand te laten gaan. "Er is zeker groei in de markt naar kwalitatief goede rassen. Maar die kwaliteit moet bewaakt worden. We groeien in personeelsbestand, ook in de proefgebieden buiten Nederland. Daar heb je lokaal mensen nodig en die moet je allemaal op het vereiste opleidingsniveau krijgen. Dat zijn behoorlijke uitdagingen waar we voor staan," aldus Rob.
Innovatie Award
Het is duidelijk dat ondanks de lange traditie van de ui als inkomstenbron voor telers en voedingsbron voor consumenten de weg helemaal open ligt voor verdere innovaties. Dit verhaal stopt niet anno 2025. Precies daarom heeft De Groot en Slot het plan opgevat om in november, ter gelegenheid van de festiviteiten, een Innovatie Award uit te reiken aan degene met het beste idee om de uiensector vooruit te helpen. De winnaar ontvangt €10.000 en publiciteit. "Omdat we geloven in de kracht van samenwerking in de uiensector willen we goede initiatieven een podium geven, mensen inspireren en kennis delen. Er zijn al behoorlijk wat inzendingen binnengekomen, die heel verschillend van aard zijn. Het kan gaan om een proces, een werkwijze of een machine," aldus Sabina.
En november heeft nog meer te bieden: naast een symposium en een open dag is er ook de traditionele teeltwedstrijd "De Grootste Ui". Dit jaar kunnen niet alleen kinderen en hobbyisten hun groene vingers testen, ook professionele uientelers worden uitgedaagd. Als referentie geven we alvast het winnende gewicht van vorig jaar mee: 3.055 gram.
Ook het vakblad Primeur ontvangen? Neem voor 85 euro een jaarabonnement