Uit analyses van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij blijkt dat in 2023 18.582 Vlaamse landbouwers in totaal 375,5 miljoen euro steun uit het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) uitbetaald kregen. Dat is gemiddeld 20.199 euro per landbouwer.
Landbouwers ontvangen GLB-steun om betaalbaar voedsel van hoge kwaliteit te produceren en diensten te leveren die niet of nauwelijks door de markt worden vergoed (voldoen aan de normen voor voedselveiligheid, milieu en dierenwelzijn en natuur- en landschapsbeheer). 35% van de betalingen gaat naar jonge landbouwers tot en met 40.
Het gemeenschappelijke landbouwbeleid wordt op Europees niveau beheerd en gefinancierd uit de gemeenschappelijke EU-begroting. Vlaanderen legt wel zijn eigen accenten en cofinanciert maatregelen.
Boerenbond heeft er altijd voor geijverd om de steun te verdelen over zoveel mogelijk actieve bedrijven. In de EU is de steun veel minder gelijk verdeeld over de bedrijven dan in Vlaanderen. Zo krijgen in de EU de 20% landbouwbedrijven met de grootste rechtstreekse steun, 80% van de rechtstreekse betalingen. In Vlaanderen ontvangt diezelfde 20% van de bedrijven, 50,5% van de totale rechtstreekse steun. Daarnaast vergroent het GLB de landbouwproductie, onder meer door de 40,5 miljoen euro in 2023 voor het nieuwe instrument ecoregelingen.
11% glastuinbouw
In 2023 ontvingen 18.582 Vlaamse landbouwers in totaal 375,5 miljoen euro GLB-steun. Dat is gemiddeld 20.199 euro per landbouwer. De helft van de landbouwers ontvangt minder dan 10.372 euro. De rechtstreekse steun is met voorsprong het belangrijkst en klokt af op 204 miljoen euro. Sinds 2010 ging die er echter met een kwart op achteruit. Daarnaast zijn investeringssteun uit het Vlaamse Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) (83,5 miljoen euro) en de steun vanuit de gemeenschappelijke marktordening (GMO) groenten en fruit (72,5 miljoen euro) van groot belang. Ten slotte zijn er nog de agromilieuklimaatmaatregelen (21 miljoen euro) en het nieuwe instrument van de ecoregelingen (40,5 miljoen euro).
22% van de Vlaamse GLB-betalingen gaat naar gespecialiseerde melkveebedrijven die heel vaak grondgebonden zijn. Daarna volgen akkerbouw met 17%, glastuinbouw groenten met 11% en vleesvee met 10%. Akkerbouw staat op één wat betreft het aantal landbouwers die een betaling ontvangen. Het gaat om 25% van het totale aantal bedrijven die steun krijgen. Daarna volgen melkvee en vleesvee. Glastuinbouwers krijgen dan weer het grootste steunbedrag per bedrijf, vooral via de GMO groenten en fruit en het VLIF.
Bijna 35% van de GLB-betalingen in Vlaanderen is in 2023 voor jonge landbouwers tot en met 40 jaar, goed voor een gemiddeld bedrag van 36.650 euro.
Bron: Boerenbond