Stu Follen, een gerenommeerde figuur in de uienexportsector, heeft de huidige uitdagingen voor Amerikaanse uienexporteurs geanalyseerd, met name vanuit het noordwesten van de Stille Oceaan (PNW). Hij wijst erop dat dit exportseizoen een van de traagste in de recente geschiedenis is. Volgens zijn analyse heeft de sterke Amerikaanse dollar het concurrentievermogen van Amerikaanse uien op traditionele exportmarkten, zoals Japan, Taiwan, Hongkong, Panama en soms Korea, negatief beïnvloed, met name in de periode van september tot februari.
In Taiwan, traditioneel een kleine, maar stabiele afzetmarkt voor Amerikaanse uien, is de import aanzienlijk gedaald. De hoge waarde van de Amerikaanse dollar heeft Amerikaanse uien duurder gemaakt, waardoor Taiwanese kopers zich vaker richten op goedkopere Nederlandse uien. Daarnaast heeft Nieuw-Zeeland, dat vanwege het Golfconflict te maken heeft met scheepvaartbeperkingen naar Europa, zijn uienoverschot verlegd naar Taiwan, wat de markt verder verzadigd heeft. Een andere factor is de indirecte import van Chinese uien via Vietnam, waardoor de beperkingen op directe import uit China naar Taiwan worden omzeild.
Ook de export naar Japan heeft te lijden gehad onder de sterke dollar, waardoor een zak uien van $10 in feite meer dan $15 kost, wat Japan dwingt om goedkopere uien uit China en Europa in te kopen. Panama blijft een risicovolle markt vanwege het onvoorspelbare regeringsbeleid, wat invloed heeft op de importregels. In Hongkong zijn goedkopere Chinese uien aantrekkelijker geworden door de wisselkoersen, terwijl de vraag uit Korea fluctueert afhankelijk van de binnenlandse oogst.
Follen benadrukt het mondialiseringaspect van de uienmarkt en de aanzienlijke uitdaging die de sterke Amerikaanse dollar vormt. Voor Amerikaanse uientelers die hun concurrentiepositie op de wereldmarkt willen herstellen, is een normalisering van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de belangrijkste valuta cruciaal.
Bron: Onion Business