Europa is een grote teler van uien en dus een concurrerende markt. Er is echter nog steeds ruimte voor import van uien, afhankelijk van de Europese voorraadniveaus en oogst. Leveranciers uit ontwikkelingslanden krijgen kansen door uien te exporteren in het laagseizoen, wanneer Europese landen een gat moeten opvullen. Het is daarom essentieel om naar deze kans te kijken. De meest potentiƫle markten zijn die van het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland en Spanje.
Mogelijkheden voor ontwikkelingslanden
De Europese import van uien is de afgelopen vijf jaar relatief stabiel geweest. Over het geheel genomen is er een licht negatief samengesteld jaarlijks groeipercentage (CAGR) van -1,2% over de hele periode. De grootste groei werd opgetekend in 2023, toen de Europese import met 17% steeg ten opzichte van 2022 als gevolg van uitdagende klimaatomstandigheden die leidden tot lagere oogsten binnen Europa.
Welke Europese landen bieden de meeste kansen voor uien?
Met een marktaandeel van bijna 18% is het Verenigd Koninkrijk de grootste importeur van uien. Nederland, dat een belangrijk handelsknooppunt voor uien is, komt op de tweede plaats. Na Nederland komen Duitsland, Polen en Spanje. Deze top vijf landen zijn goed voor bijna 60% van de totale Europese import.
De cijfers in figuur 4 zijn cruciaal voor leveranciers van uien uit ontwikkelingslanden om prioritaire markten te selecteren. Gewoonlijk is er een sterke relatie tussen de teelt in een land en het importvolume. Als een land een jaar een slechte oogst heeft, zal het waarschijnlijk meer uien importeren. Dit verklaart de typische patronen van elk van de landen in de onderstaande figuur.
Voor meer informatie:
CBI
Tel: +31 (0)88 042 4300
[email protected]
www.cbi.eu