Het watergebruik binnen de land- en tuinbouw steeg in 2022 fors ten opzichte van 2021 door relatieve droogte in het groeiseizoen. Ook de jaren 2018 tot en met 2020 waren relatief droge jaren waarbij het watergebruik hoger lag. Irrigatie vraagt het meeste water op de land- en tuinbouwbedrijven.
In 2022 was het watergebruik in de land- en tuinbouw 82% hoger dan in 2017, een jaar voor de drogere jaren. De hoeveelheid water die wordt gebruikt in een bepaald jaar wordt voor een belangrijk deel bepaald door de hoeveelheid neerslag en dan met name in het groeiseizoen van april tot en met september. In de periode 2018-2020 en in 2022 was de neerslag in die perioden zeer laag, hetgeen verklaart waarom het watergebruik in deze jaren zo uitzonderlijk hoog was. Regionaal kunnen er verschillen optreden.
De veehouderij gebruikt het meeste leidingwater per bedrijf. Leidingwater voorzag in 2022 voor 18% in de totale waterbehoefte van veeteeltbedrijven. Het leidingwater wordt met name gebruikt voor het drenken van vee en schoonmaakactiviteiten. Het leidingwatergebruik door de gehele landbouwsector is door de tijd heen veel constanter dan bijvoorbeeld het gebruik van grondwater. Grond- en oppervlaktewater wordt onder andere gebruikt voor beregening. Bij lage neerslagsommen, met name in het groeiseizoen, is er dan ook meer water voor beregening gebruikt.
Hoge jaarverbruiken van water zijn over het algemeen toe te schrijven aan droge groeiseizoenen. Voorbeelden hiervan waren 2003, 2006, 2018, 2020 en 2022. In 2022 werd op 305.000 hectare minimaal éénmaal beregend. In 2021 daarentegen was dat 101.000 hectare. In 2021 viel meer neerslag.