Het invoeren van gecentraliseerde douaneafhandeling in de Europese Unie kan grote gevolgen hebben voor de Nederlandse Douane. Hiervoor waarschuwde voormalig staatssecretaris voor Toeslagen en Douane Aukje de Vries eind juni de Tweede Kamer. Specialist Customs & Trade Compliance Agnieszka Brodacz geeft uitleg, zo schrijft evofenedex.
Veel bedrijven voeren importactiviteiten uit in meerdere lidstaten van de Europese Unie (EU). Dit vraagt vaak behoorlijk wat inspanning: je moet immers connectie hebben met lokale douanesystemen of vertegenwoordigers aanwijzen in meerdere landen. Wat betreft compliance en controleactiviteiten vraagt het ook extra hulpmiddelen. Het is dus niet gek dat deze bedrijven al jaren pleiten voor de mogelijkheid hun importaangiften in één land te verzorgen, terwijl de goederen fysiek in een of meerdere andere lidstaten van de EU worden ingevoerd. Dit biedt immers aanzienlijke administratieve vereenvoudigingen en kan bedrijven met complexe logistieke operaties kosten besparen.
De EU heeft de wens van het bedrijfsleven op 1 mei 2016 gehonoreerd toen de Gecentraliseerde douaneafhandeling (Centralised Clearance Procedure) werd geïntroduceerd als onderdeel van het nieuwe Douanewetboek van de Unie. In de brief van het Ministerie van Financiën aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal over de stand van zaken bij de Douane staat dat Centralised Clearance gefaseerd wordt ingevoerd in de hele EU, met als beoogde implementatietermijn eind 2025. Wat houdt die implementatie in en op welke manier zou de huidige werkwijze kunnen veranderen?
Real time gegevensuitwisseling
Momenteel wordt de Centralised Clearance-procedure in beperkte mate toegepast. Sommige lidstaten hebben de procedure ingevoerd, maar deze wordt niet overal in de EU op dezelfde manier gebruikt. Hierdoor kunnen bedrijven te maken krijgen met verschillende processen en vereisten, afhankelijk van de lidstaat waarmee ze te maken hebben. Het huidige systeem is gebaseerd op een mix van verouderde en nieuwere IT-systemen, die mogelijk geen naadloze integratie in alle lidstaten ondersteunen. Hoewel er diverse digitale hulpmiddelen bestaan, is de integratie tussen nationale douanesystemen en de EU-brede systemen niet volledig gerealiseerd. Dit kan leiden tot inefficiënties en inconsistenties in het aangifteproces.
Tegen eind 2025 wil de EU de centrale inklaring en uitklaring van goederen volledig geïmplementeerd hebben in alle lidstaten. Dit moet zorgen voor een meer uniform en gestroomlijnd proces voor bedrijven die in meerdere EU-landen actief zijn. De nieuwe implementatie zal steunen op bijgewerkte en volledig geïntegreerde IT-systemen. Deze zijn ontworpen om een naadloze gegevensuitwisseling tussen nationale douanediensten en de EU te ondersteunen. De procedure zal volledig digitaal zijn, waarbij gebruik wordt gemaakt van moderne technologie voor real time gegevensuitwisseling en geautomatiseerde verwerking. Dit om de efficiëntie te verhogen, het aantal fouten te verminderen en het inklaringsproces te versnellen.
Behoorlijk onder druk
De voorbereiding voor de implementatie van de Centralised Clearance-procedure is gestart, maar het is onzeker of Nederland de beoogde implementatietermijn gaat halen, is te lezen in de brief van voormalig staatssecretaris voor Toeslagen en Douane Aukje de Vries aan de Tweede Kamer. Daarnaast wordt verwacht dat deze procedure grote gevolgen kan hebben voor de Nederlandse Douane. Zo kan een bedrijf in Duitsland met een Centralised Clearance-vergunning een invoeraangifte indienen bij de Duitse douane, terwijl de goederen zich in de haven van Rotterdam onder Nederlands douanetoezicht bevinden. De Duitse douane kan dan de Nederlandse Douane verzoeken de goederen te controleren. Het is helaas niet bekend hoeveel bedrijven gebruik willen maken van deze procedure en hoeveel controles de Nederlandse Douane zal moeten gaan uitvoeren op verzoek van de autoriteiten van andere lidstaten.
De capaciteit van onze Douane staat al behoorlijk onder druk. Onder meer doordat de niet-fiscale taken toenemen. Denk hierbij aan regelingen op het gebied van klimaat (Carbon Border Adjustment Mechanism) en ontbossing (Ontbossingsverordening), culturele goederen, dwangarbeid, afval, vuurwapens en nationaal onder meer om lachgas. Deze regelingen zijn in verschillende stadia van onderhandeling, waardoor de impact in veel gevallen nog niet bekend is. Het is dan ook niet alleen het bedrijfsleven dat moeite heeft met alle veranderingen. Hierbij rijst de vraag of de huidige automatiseringsagenda wel haalbaar is.
Bron: evofenedex