Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

“De grootste vraag is naar robuuste rassen met een stevig wortelgestel”

Het genoom is vijf keer zo groot als dat van de mens en zestienmaal zo groot als van een tomaat. De ontwikkeling van een nieuw ras duurt al gauw 15 jaar. Jazeker, de ui. Die ogenschijnlijk simpele bol laat zich moeilijk kennen. Maar Lennaert Aardse van De Groot en Slot zet er elke dag zijn tanden in en haalt er in het vakblad Primeur enkele schillen vanaf.

We beginnen evenwel met de sjalot, een bijzondere soort uit de alliumfamilie met een hoog-ronde vorm en een exclusief karakter. En net zoals in ui, is Nederland groot in de teelt van sjalot en de export naar heel wat landen. De Groot en Slot, die in 1994 de wereldprimeur had met de eerste generatie sjalotten uit zaad, heeft ondertussen na 15 jaar ontwikkelen in samenwerking met partner Bejo een derde generatie zaaisjalottenrassen klaar.

Innovator en Conservor voor de lange dag
Zaaisjalot? Bestaat er dan ook een andere sjalot? Van oudsher werd – en vooral in Frankrijk is het nog steeds de gangbare praktijk – sjalot geteeld vanuit de bol. Dat heet vegetatief vermeerderen. Enkele bollen van de oogst worden niet op de markt gezet, maar bewaard om het volgende jaar in de grond te stoppen. Daar groeien dan meerdere nieuwe sjalotten uit. Zaaisjalotten bieden evenwel enkele voordelen: ze zijn gemakkelijk te planten – nou ja, zaaien dus –, het hybride zaad dat bij de zaadleverancier wordt gekocht is gegarandeerd ziekte- en virusvrij en heeft een constante kwaliteit en ten slotte is de bewaarkwaliteit van de zaaisjalot in de regel beter dan die van de plantsjalot.

"Innovator is onze laatste aanvulling," zegt Lennaert, veredelaar bij deze ontwikkelaar en producent van uienzaad uit de Seed Valley, Broek op Langedijk om precies te zijn. "Het is de eerste meeldauw-resistente zaaisjalot en hij is daarmee ook heel geschikt voor de biologische teelt, want meeldauw is toch een lastig dingetje in bio. En waar de supermarkten heel strenge eisen stellen op het gebied van residuen, zoals in Frankrijk, is Innovator een welkom alternatief in de gangbare teelt. Want een gewas dat minder vatbaar is voor bladziektes, heeft ook minder gewasbeschermingsmiddelen nodig."

De typische sjalotvorm is Innovator uiteraard niet vreemd, stelt Lennaert. "Hij is een tikkeltje hoger dan die andere langedag sjalot van ons, Conservor, dus hij gaat heel gemakkelijk in de zakjes voor de AGF. Bovendien is hij iets robuuster dan Conservor en zijn wortelgestel is nóg sterker. Dat biedt de teler zekerheid."

Davidor voor Zuid-Spanje
Ook voor de teelt in zuidelijker gebieden, waar de dagen korter zijn waardoor andere genetica nodig is, heeft De Groot en Slot samen met Bejo een sjalot in het assortiment: Davidor. "Het is wat we noemen een intermediaire sjalot, die je prima kunt telen in bijvoorbeeld Californië, Zuid-Spanje en zelfs Marokko. Het grote voordeel hiervan is de mogelijkheid om eerder in het seizoen te oogsten. Nu is het wel zo dat in het korteredag segment de bewaarkwaliteit doorgaans iets minder is. Waar de Conservor en de Innovator jaarrond bewaard kunnen worden, houdt de Davidor het slechts 3-4 maanden uit. Je kunt die nog steeds exporteren, maar een goede planning is wel vereist om niet voor verrassingen te komen staan."

Lennaert verwacht dan ook niet dat het zuiden de dominantie van Nederland en Frankrijk in de sjalottenmarkt gaat bedreigen. "Het is toch een heel specifieke teelt. Met Davidor hebben we een goed product in het assortiment, maar we zien hoe lastig het is voor telers zonder ervaring om de eerste stappen in de sjalottenteelt te zetten." En wat voor Zuid-Europese landen geldt, gaat nog meer op voor Marokko en Egypte, die in vele groente- en fruitteelten landen als Spanje en Italië het vuur aan de schenen leggen. "In Marokko gaat het in de sjalottenteelt niet ineens sneller dan in Spanje of Italië. In uien kan het wel, dat is iets anders. Maar sjalot is en blijft een exclusief product, waardoor de prijzen van het zaad best hoog zijn. En telen vanuit de bol is natuurlijk nog veel duurder. Ik zie bijvoorbeeld dat Frankrijk sjalotten naar Marokko verscheept en niet andersom."

Wit, rood, roze en andere kleurtjes
In tegenstelling tot sjalot is ui basisvoedsel in vrijwel elk land ter wereld. En uien heb je in meerdere kleuren, waarvan de gele het meest bekend is. Maar ze zijn er ook in het wit, rood, roze, en zelfs gestreept en fluorescerend. Naar witte ui ziet Lennaert in Nederland weinig vraag vanuit de (export)markt én vanuit de telers. "In Frankrijk, behalve in het noorden, gedijen witte uien goed, maar met het klimaat en de zware kleigrond in de Nederlandse polders zie je vaak grijze stipjes op de huid verschijnen. De algehele kwaliteit van de ui lijdt er niet onder, maar het ziet er natuurlijk niet mooi uit. Mocht er toch vraag naar zijn, dan hebben we onze Icebear als plantui al klaarliggen."

Rood is daarentegen de grootste markt ter wereld op het gebied van uien. "Dat komt natuurlijk omdat het een veel geconsumeerde soort in India en China is, samen goed voor een bevolking van bijna drie miljard mensen. Ook bij de Nederlandse telers zien we een toenemende vraag naar rode uien. De laatste jaren is de prijs van de rode uien gemiddeld hoger dan de prijs van gele uien. Er gaan best wat containers met rode uien het water op vanuit de Nederlandse havens. En als India een slecht uienseizoen heeft, dan is de vraag niet bij te houden."

Roze uien worden dan weer geteeld voor de Dominicaanse Republiek, Senegal en omringende landen in West-Afrika. "De vraag naar die kleur is eigenlijk cultureel bepaald, het heeft niet echt met de smaak te maken. West-Afrika wil roze, Mexico houdt van wit en Azië verkiest rood. Als veredelaar spelen wij natuurlijk in op de marktvraag, maar daarnaast is er nog een heel scala aan kleuren mogelijk, van dieppaars en rood-wit gestreept tot fluorescerend geel. Je kunt het zo gek niet bedenken. Alleen, naar die specialties is niet voldoende vraag op de uienmarkt en voor ons is het commercieel dan ook niet interessant om erin te investeren.

Prioriteit nummer 1: een goed wortelgestel
Over naar geel, de meest geteelde ui in Nederland. De Groot en Slot heeft er een ruim assortiment van, zowel in plantuien als in zaaiuien. "De grootste vraag is ondertussen naar robuuste rassen met een stevig wortelgestel en resistenties tegen schimmelziektes. Dat heeft te maken met de klimaatverandering, waarbij weersextremen steeds vaker impact hebben op de teelt. Denk daarbij aan droogteperiodes of heel veel regen in korte tijd. Omdat de traditionele rassen, zoals de eerste Rijnsburgers, nauwelijks een goed wortelgestel hebben, hebben ze moeite met de grillen van Moeder Natuur. Afgelopen jaar kon pas laat gezaaid worden, daarna werd het extreem droog en vervolgens kregen we een plens water. Rassen zoals Hytune en Hysinger, twee zaaiuien waar we 20 jaar aan veredeld hebben, houden zich dankzij hun sterke wortelgestel goed in dergelijke omstandigheden."

Pinkroot en Fusarium-resistenties
Omdat het veredelingsproces in de uien gemiddeld 15 jaar in beslag neemt, moet er in de ontwikkeling van nieuwe rassen rekening worden gehouden met de teelt- en marktomstandigheden van vele jaren vooruit. Alleen, wie zegt wat er binnen twee decennia zal spelen? "En toch kunnen we niet anders dan daarover ons hoofd te breken. Een klein voorbeeld: twaalf jaar geleden was er in Nederland nog geen Pinkroot. Deze bodemschimmel was toen wel al aanwezig in Spanje en zag je ook al opduiken in Zuid-Frankrijk. Wij zijn al enige tijd bezig om de Rijnsburger-rassen Pinkroot-resistent te maken, en zie, de schimmel is nu ook in Nederland relevant."

Lennaert vertelt dat de uienteelt steeds meer uit de traditionele teeltgebieden wegtrekt om zich te vestigen in onder meer Drenthe en Groningen. "Het heeft deels te maken met Pinkroot, maar toch vooral met Fusarium. Naast Hysky en Hygate, rassen met enige resistentie tegen Fusarium, komen we binnenkort met een variëteit op de proppen met een behoorlijke resistentie tegen zowel Fusarium als meeldauw. Dat zijn twee vliegen in één klap. Dat geeft nieuwe mogelijkheden voor telers die te kampen hebben met Fusarium-problematiek."

Zout in de bodem
Ook verzilting is een toenemend probleem dat om sterke uien vraagt. "Hier spelen geen specifieke resistenties een rol, maar is weer de kracht van het wortelgestel de bepalende factor. Bepaalde delen van Nederland hebben last van verzilting, maar ook bijvoorbeeld Californië en Murcia. Niet toevallig hebben we in die twee regio's ook een onderzoekscentrum. De veredeling gebeurt idealiter op de plekken waar de vraag vandaan komt, want uien zijn natuurlijk enorm daglengtegevoelig."

De zoektocht naar zouttolerante rassen is eigenlijk gewoon onderdeel geworden van het veredelingsprogramma, stelt Lennaert. "De Hacienda ui doet het bijvoorbeeld goed in Venezuela in een gebied met enorme verzilting. Maar ook onze andere rassen blijken behoorlijk succesvol uit de screenings te komen, een punt waarop ze zich toch onderscheiden van die van de concullega's. Die 100% tolerantie lijkt nu nog ver weg, ook dat moeten we durven toegeven."

Scheefgetrokken percentages
Ui is voor een groot gedeelte een vrij gewas: er is weinig ketenregie vanuit de handel. "Telers zijn behoorlijk vrij in hun keuze. Toch valt het me steeds weer op dat in Nederland, waar ongeveer 70% van de uien nog vóór Kerst wordt geladen, telers voor 80% zaad van lange bewaarrassen kopen en voor 20% vroege uien met een goede opbrengst telen. Je zou toch minstens 50% hoog opbrengende rassen met een middellange bewaarconditie verwachten, als de uien toch vóór Kerst verscheept worden? In dit opzicht is Hytune een interessant ras, aangezien het ten opzichte van een bewaarras een significant hogere opbrengst per hectare geeft. Maar goed, uiteindelijk snap ik het ook wel: een teler wil niet voor het blok worden gezet door de handel, want als die ziet dat de bewaarkwaliteit van de uien in de opslag afneemt, is de onderhandelingsmacht van de koper natuurlijk groter."

Overigens is het volgens Lennaert ook niet meer zo dat in het zuiden, met Spanje en Marokko voorop, alleen maar uien van een mindere bewaarkwaliteit worden geteeld. "In Spanje kun je Recas uien telen en gewoon een jaar bewaren. Maar het land legt de focus eerder op de lokale markt. De exportgerichtheid van Nederland heeft in de eerste plaats te maken met het overschot aan containers dat we hier in de haven van Rotterdam hebben. Al die containers uit China kun je leeg terugsturen of vullen met iets. De ui is een uitermate geschikt product daarvoor. Spanje heeft dat logistieke voordeel niet."

China en Rwanda
Om aan de marktvraag naar zaad te voldoen, stelt De Groot en Slot een 5-jarenprognose op. "De marktvraag naar een ras stijgt niet zomaar van de ene op de andere dag. We houden de evoluties nauwlettend in de gaten en stemmen onze productie af op de inzichten die we opdoen," legt Lennaert uit. De Groot en Slot en Bejo zijn al sinds 1970 partners in Allium en zijn wereldwijd actief. Het uienzaad gaat onder meer naar China, waar het bedrijf een behoorlijk marktaandeel heeft, maar ook naar een land als Rwanda. "Daar helpt de DGS Foundation samen met Agriterra lokale telers, die ook steeds vaker op zoek zijn naar hoogwaardige hybride rassen. Vanuit elk continent is er een groeiende vraag naar uien, dus ook vanuit landen waar je het niet meteen verwacht."

Meest uitdagende gewas dat er bestaat
Dat we weten dat het genoom van ui vijf keer groter is dan dat van de mens hebben we deels te danken aan de onderzoeksinspanningen van De Groot en Slot in samenwerking met specialisten van Bejo en Wageningen University & Research. Zij slaagden er voor het eerst in het complete uiengenoom in kaart te brengen. En precies omdat de genetica van ui zo complex is, verwacht Lennaert niet meteen dat CRISPR-Cas, een nieuwe genetische techniek die het plant-DNA heel gericht kan aanpassen, op korte termijn een revolutie teweeg zal brengen in de uienveredeling.

"Bij tomaat is meer mogelijk, dat is een modelgewas. Maar voor de kleur van ui alleen al is de pathway vrij gecompliceerd. Heel veel verschillende genen spelen een rol, naast ook bepaalde promotors die wel of niet aanstaan. We proberen nu alle eigenschappen die we kennen te positioneren, zodat je met het veredelen precies weet op welk chromosoom je moet letten als je deze of gene kruising maakt."

Wat de meest verrassende ontdekking bij het volledig blootleggen van het genoom was, wilden we ook wel eens weten. "Nou, dat was dat we ons blijkbaar gespecialiseerd hebben in het voor de veredeling meest uitdagende gewas dat er bestaat," sluit Lennaert lachend af.

Dit artikel verscheen eerder in editie 4, 38e jaargang van Primeur. Abonneren? www.agfprimeur.nl.

Voor meer informatie:
Lennaert Aardse (veredelaar)
Bart Schriever (verkoopleider Benelux)
De Groot en Slot B.V.
Westelijke Randweg 1
1721 CH Broek op Langedijk
Tel: 0226 331200
[email protected]
[email protected]
www.degrootenslot.nl