Met nog drie weken te gaan, loopt het exportseizoen 2022-2023 op zijn einde en zal het zeker de boeken in gaan als een gedenkwaardig jaar. Het seizoen zal qua exportvolume zeker geen nieuw record bereiken, maar voor de exportwaarde zal de magische grens van een half miljard euro vrijwel zeker worden doorbroken. Volgens recente cijfers is de exportwaarde van de Hollandse ui in 2022 met 18% gestegen, zo meldt de Holland Onion Association (HOA).
De exportvolumeteller heeft inmiddels ook de 1,1 miljoen ton ruimschoots gepasseerd en dat is zeker een grote verdienste gezien het feit dat er fors minder uien beschikbaar kwamen voor de export dit seizoen.
In het jaar 2022 tekende de exportwaarde van uien al een groei aan van 18%. Bron: GroentenFruit Huis
Recordbedragen
Er zijn dit seizoen werkelijk recordbedragen neergeteld voor de Nederlandse uien. Dit millennium werd aan de teler niet eerder zoveel betaald voor de knisperende goudgele Nederlandse ui en dat had ook zijn keerzijde. De altijd gestage exportgroeiers als Senegal, Ivoorkust, Guinee en Mauritanië hielden zich vanwege de hoge prijs van de Nederlandse uien dit seizoen wat in, hoewel ze wel aan de markt bleven. Dit omdat de eigen oogst niet toereikend is en er weinig alternatieven zijn voor de gewilde groente die dagelijks op het Afrikaanse menu te vinden is. Deze achterstand werd geheel gecompenseerd door de ons omringende Europese landen die allemaal wel te kampen hadden met een lagere productie van de uienakkers dit seizoen. Voor de Nederlandse sorteerders en exporteurs betekende een hoge omzet niet automatisch meer winst. In de tweede helft van het seizoen moesten een heel aantal handelaren weer inleveren wat ze in de eerste helft hadden opgespaard.
Lagere oogstomvang
Vanzelfsprekend was het vooraf schier onmogelijk het voorgaande exportseizoen te evenaren met een 17% lagere oogstomvang als start. Er werd uiteindelijk totaal 1 miljoen ton gele en 0,2 miljoen ton rode zaai-uien geoogst. Dat zet de totale oogstomvang zaaiuien op ‘slechts’ 1,2 miljoen ton, waarvan ongeveer 92% beschikbaar was voor de export, dus ruim 1,1 miljoen ton. Dit doel wordt ruim gehaald, waarmee de Nederlandse uienexport zich op nagenoeg hetzelfde niveau als het exportseizoen 2017-2018 zal bevinden.
Uienteelt onder druk
De opbrengsten van uien stagneren wereldwijd vanwege klimaatverandering en daarmee gepaarde misoogsten maar ook vanwege afname van het beschikbare landbouwareaal en de afname van de vruchtbaarheid van bodems als deze onvoldoende aangevuld worden met meststoffen, organische stof en vocht. De gevolgen van klimaatverandering gelden zeker voor de provincie waar de Nederlandse ui zijn bakermat vindt: Zeeland. De Zeeuwse uienteelt staat de laatste vijf jaar onder steeds grotere druk. Deze druk is onder meer terug te voeren op klimaatverandering en daarmee gepaard tekort aan zoet water, verzilting en toenemende ziektedruk. Zo worden steeds vaker zeer natte perioden met veel regen afgewisseld met zeer droge, warme perioden. Een ondiep wortelend gewas als de ui houdt niet van te natte omstandigheden. Dan krijgen uien last van schimmelziekten en bacteriën en gaan rotten tijdens de teelt of bewaring. Bij te warm en te droog weer krijgen de uien last van hittestress en worden daarbij ook nog eens extra geplaagd door trips, het insect wat in de volksmond bekend staat als ‘onweersbeestjes’. Daarnaast kunnen uien niet tegen de oprukkende verzilting die de Zeeuwse bodem parten speelt. Maar de uitdagingen die nu in Zeeland sterk merkbaar zijn, worden soms ook al gevoeld in de IJsselmeerpolders.
Nog maar 10% Zeeuwse uienakkers
Zeeuwse akkerbouwers kiezen vanwege de genoemde problemen steeds vaker voor minder risicovolle teelten, zoals granen. Dit is ook terug te zien in de areaalcijfers. Het Zeeuwse zaai-uien areaal halveerde van ruim 6.000 hectare in 2017 naar amper 3.000 hectare dit seizoen. Daarmee heeft Zeeland nog maar 10 procent van het landelijke areaal. Vijf jaar geleden was dit nog circa 30 procent. Zeeuwse boeren die wel kiezen voor de uienteelt, zoeken steeds vaker naar mogelijkheden om toch met zoet water te kunnen irrigeren. Bij het specifiek toedienen van water middels drip-irrigatie kunnen ook meststoffen en sporenelementen worden toegevoegd wat extra voordelen geeft en het gewas mogelijk ook weerbaarder maakt tegen ziekten en plagen. In combinatie met nieuwe teeltmethoden zoals ruggen- of beddenteelt biedt dat handelingsperspectief met meer zekerheid, maar betekent ook fors hogere kosten.
Uireka 3.0
De uienteelt is in Flevoland en Zeeland, maar ook in steeds meer andere provincies, een belangrijk onderdeel van het totale bouwplan. Het Uireka onderzoeksprogramma is een uniek ketenproject waarin de gehele uienketen participeert. Uireka richt zich sinds 2017 op het verbeteren van de kwaliteit van de Nederlandse ui en het versterken van de duurzaamheid en weerbaarheid van de Nederlandse uienteelt. Inmiddels wordt bijna 80% van het onderzoeksprogramma door de sector zelf gefinancierd. Recent heeft eerst de Provincie Zeeland en vrij snel daarna ook de Provincie Flevoland de subsidieaanvragen vanuit het GroentenFruit Huis voor Uireka 3.0 gehonoreerd waarmee het onderzoeksprogramma naar een volhoudbare uienteelt voor de periode 2023-2025 financieel volledig gedekt is.
Rechts: Concentratie van uienarealen in Nederland anno 2022. Bron: CBS
Subsidie van 200.000 euro
"Om de uiensector in Zeeland te behouden, is het belangrijk dat we onderzoek doen en innoveren. Met een subsidie van 200.000 euro krijgt de sector een impuls en worden oplossingen voor alle uitdagingen getest. Wat ik bijzonder mooi vind aan het onderzoeksproject Uireka van de Holland Onion Association is de kennisdeling. De resultaten uit het onderzoek worden breed verspreid over agrariërs in Zeeland, waardoor alle uientelers zich kunnen ontwikkelen, van Zeeuws-Vlaanderen tot Tholen", Jo-Annes de Bat, gedeputeerde Provincie Zeeland.
Volhoudbare teelt
"We zijn als Holland Onion Association ontzettend blij dat zowel de Provincie Flevoland als de Provincie Zeeland de uiensector een warm hart toedraagt en zowel inhoudelijk als financieel wil bijdragen. Als voorzitter en mede-initiatiefnemer van het ketenbrede uienonderzoek Uireka weet ik dat de middelen effectief worden ingezet in het belang van de Zeeuwse akkerbouw. Uien en Nederland horen bij elkaar en de teelt is een belangrijk onderdeel van het totale bouwplan. Samen proberen we een antwoord te geven om de teelt volhoudbaar te maken", Gijsbrecht Gunter, voorzitter van Uireka en president van de Holland Onion Association.
12% minder export in tweede helft
Op tweederde van het lopende exportseizoen blijkt dat het totale exportvolume tot en met week 24 twaalf procent achterblijft bij vorig seizoen en zo’n 6% op het seizoen daarvoor. Op dit moment bedraagt de export ruim 1,12 miljoen ton, waarbij er in de top 3 ten opzichte van vorig seizoen wel iets is veranderd.
Groot-Britannië klimt naar tweede positie
Na jaren van hegemonie van Senegal en Ivoorkust als de gedoodverfde nummers 1 en 2 is het Groot-Britannië dit seizoen dan toch gelukt om de tweede plaats in te nemen ten koste van Ivoorkust. Groot-Brittannië zal dit seizoen gemakkelijk de 150.000 ton grens gaan passeren. De top 20 is sowieso wat anders ingericht dit exportseizoen, want we treffen er meer Europese landen in aan. Zo vinden we België inmiddels op een vijfde plek. Onze zuiderburen zullen naar alle waarschijnlijkheid ongeveer 20.000 ton meer importeren dit seizoen. En dat geldt eigenlijk voor al onze buurlanden. Polen, Duitsland, Spanje en Portugal zitten riant in de plus, waarbij Portugal de -verhoudingsgewijs- grootste groei aantekent van een kleine 1.000 ton naar bijna 6.000 ton. Duitsland bekleedt een 7e positie en klimt van 23.000 naar bijna 44.000 ton.
Wat verder opvalt, is de (hernieuwde) binnenkomst van Israël op positie 17 met ruim 17.000 ton. Brazilië verdubbelde zijn import dit seizoen tot 8.500 ton maar blijft buiten de top 20. Behalve Indonesië (met een groei van ruim 9%) en de Dominicaanse Republiek (met een groei van 57%) hebben alle overige verre bestemmingen behoorlijk ingeboet vanwege de voor deze landen dit seizoen schaarse en uitzonderlijk dure Nederlandse uien. Desondanks wist de Nederlandse ui dit exportseizoen toch nog 130 verschillende eindbestemmingen te bereiken.