"In de proeven werden verschillen in plantaantallen gevonden tussen de objecten maar er werd geen aantoonbare wegval door bonenvlieg geconstateerd. De gewasontwikkelingsperiode waarbinnen bonenvlieg schade veroorzaakt is beperkt (aangenomen wordt vanaf kieming tot aan het 2e pijpje); op basis van de beschikbare gegevens is het dus mogelijk dat de vlucht van bonenvlieg hoofdzakelijk na deze fase plaatsvond op enkele van de locaties." Dit is een van de conclusies die onderzoekprojectleider Hilfred Huiting trekt op basis van het in 2021 op vijf proef- en praktijklocaties uitgevoerde onderzoek waarin verschillende combinaties van teeltmaatregelen (o.a. kerende grondbewerking, composttoediening en zaadpriming) zijn beproefd op hun effect op de opkomst van uien en wegval door de bonenvlieg.
Lees hier het volledige rapport van Uireka
Bron: Uireka