Het kabinet wil de al schaarse ruimte voor ondernemers (2,6% van het oppervlak in Nederland) tenminste behouden én tegelijkertijd beter benutten. Het is voor het eerst dat op nationaal niveau de kansen en knelpunten qua ruimte voor economische activiteiten in kaart worden gebracht. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de uitbreidingsbehoefte van bijna 7.000 hectare tot en met 2030. Dit leidt vervolgens tot een landelijke aanpak die zorgt voor voldoende ruimte voor de verduurzaming van Nederland, de groei van innovatie en uiteindelijk daarmee het behoud van welvaart, zo meldt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De ministerraad is op voorstel van minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat akkoord gegaan om het zogenoemde nationale programma werklocaties op te gaan zetten. Het kabinet gaat daarin samen met provincies, gemeenten, regionale ontwikkelingsmaatschappijen en private partijen die voor ondernemers locaties bouwen of beheren, aan de slag met de opdracht om voldoende, kwalitatieve ruimte voor de economie te bereiken.
Minister Adriaansens: "Ons ondernemingsklimaat verdient extra aandacht. Door ruimtegebrek komen niet alleen toekomstige banen en inkomsten in gevaar, maar ook onze gezamenlijke opgave om te verduurzamen en zo de klimaatdoelen te halen. Diverse locaties kunnen nu niet groeien. Denk aan campussen, waar studenten, onderzoekers en ondernemers gezamenlijk innoveren, maar ook aan mkb’ers met een bouw- of installatiebedrijf die woningen gaan verduurzamen. De druk op de ruimte in Nederland is hoog en dat vraagt om een nationale aanpak voor voldoende en efficiëntere bedrijfslocaties."
Focus op campussen, mkb, industrie en balans grootschalige bedrijfsvestiging
Minister Adriaansens geeft in haar Kamerbrief prioriteit aan vier typen werklocaties: campussen, mkb, industrie en de juiste balans bij grootschalige bedrijfsvestiging. Nederland telt op dit moment 35 campussen. Daar werken universiteiten, scholen, kennisinstituten en innovatieve ondernemers samen aan onderzoek en ontwikkeling. Verschillende locaties hebben te maken met ruimtegebrek. Dat belemmert innovatie, omdat start- en scale-ups niet kunnen doorgroeien.
Voldoende vestigingsmogelijkheden voor het mkb vormt het tweede onderdeel van de aanpak. Mkb’ers zijn vaak gevestigd op bedrijventerreinen binnen de bebouwde kom. De nabijheid van personeel is voor deze bedrijven van groot belang. Omgekeerd vinden praktisch en middelbaar opgeleiden een bereikbare arbeidsplaats van groot belang. Voor deze groep werkenden geldt dat 75% woont en werkt in dezelfde stad of dorp. Een lange(re) afstand of reistijd tot een baan kan bij deze groep zorgen voor vervoersarmoede of zelfs werkloosheid. Bovendien staan veel van deze locaties nu onder druk, bijvoorbeeld om deze deels of volledig te transformeren tot woonwijk.
Om de doelstellingen voor de industrie op het gebied van energie, klimaat en leefbaarheid te behalen heeft de industrie, die voornamelijk gehuisvest is in een vijftal clusters zoals Rotterdam en Chemelot in Zuid-Limburg, voldoende ruimte nodig. Dat vereenvoudigt onderlinge samenwerking die bijvoorbeeld nodig is voor de transitie naar circulariteit. Tot slot vraagt de snelle groei van grootschalige bedrijfsvestigingen zoals distributiecentra om een duidelijke visie op nationaal niveau. Deze ontwikkellocaties kunnen volgens het kabinet ook benut worden om minder afhankelijk te zijn van grondstoffen en (half)producten van buiten de EU. Het is nodig om meer grip te houden op deze grootschalige bedrijfsvestigingen.
Cijfers ruimte voor economie
Bedrijven nemen 2,6% van de Nederlandse oppervlakte exclusief water in. Woningen zijn goed voor 7,2%, natuur heeft 14,9% en agrarisch terrein heeft 66,3% aan fysieke ruimte. Nederland kent circa 3.800 bedrijventerreinen waaronder industrieclusters, campussen, reguliere bedrijventerreinen en terreinen met grootschalige bedrijfsvestigingen. De productiviteit van bedrijventerreinen is hoog. 40% Van het bruto binnenlands product wordt er verdiend en 60% van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling (R&D) worden gedaan door bedrijven op bedrijventerreinen.
Bron: Rijksoverheid