Het UWV heeft onlangs het register gepubliceerd met de definitieve tegemoetkomingen voor werkgevers die een aanvraag hebben gedaan voor de eerste periode van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), die liep van maart tot en met mei 2020. Hierin is te zien op welke tegemoetkoming werkgevers uiteindelijk recht hebben. Eerder publiceerde UWV al een register met de ontvangen voorschotbedragen.
In de eerste periode NOW werd in totaal aan ruim 139.500 werkgevers een voorschot toegekend, in totaal zo’n 7,9 miljard euro. Een klein deel van de werkgevers heeft de aanvraag weer ingetrokken en het voorschot terugbetaald voor de vaststellingsperiode. Zij staan niet (meer) in het register.
Wij hebben de AGF-bedrijven die hun aanvraag hebben vastgehouden geselecteerd in onderstaande tabel, met de uiteindelijk vastgestelde subsidie. Hierin houden we vast aan de bedrijven die meer dan 1 ton aan subsidie hebben aangevraagd. We pretenderen hiermee overigens niet volledig te zijn. Voor een deel van de werkgevers geldt, dat het definitieve subsidiebedrag nog niet is berekend. In dit geval wordt de naam cursief getoond.
Het UWV benadrukt dat het verschil tussen voorschot en definitieve tegemoetkoming in het register niets te maken heeft met misbruik. Het voorschot is gebaseerd op een schatting van het omzetverlies. De kans dat het omzetverlies uiteindelijk exact hetzelfde is, is klein. Bovendien was er bij begin van de pandemie veel onzekerheid bij werkgevers. Veel werkgevers hebben daarom een hoog omzetverlies opgegeven, dat uiteindelijk (gelukkig) lager is uitgevallen
De NOW is zo opgezet dat werkgevers eerst een voorschot ontvangen gebaseerd op de loonsom en een geschat omzetverlies. In de voorschotperiodes was alles erop gericht werkgevers die getroffen werden door de coronacrisis zo snel mogelijk een voorschot te kunnen betalen, zodat ze salarissen konden doorbetalen en werkgelegenheid behouden bleef, het belangrijkste doel van de regeling.
De NOW wordt betaald met publiek geld. Daarom is het van belang om vast te stellen op welke tegemoetkoming een werkgever uiteindelijk recht heeft. Dat kan pas wanneer het daadwerkelijke omzetverlies in de bewuste periode bekend is en de loonsom. Deze berekening gebeurt dus achteraf, werkgevers dienden daarvoor zelf een aanvraag in te dienen.
Bron: UWV