Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) heeft het achtergrondonderzoek naar PFAS in levensmiddelen bestemd voor de voedselketen afgerond in Vlaanderen. Het doel van dit onderzoek was om een volledig en actueel beeld te krijgen over de aanwezigheid van PFAS in commerciële levensmiddelen in Vlaanderen, meer specifiek in zones waarvan er geen historische verontreiniging met PFAS bekend is. De bevindingen zijn doorgegeven aan de Europese Commissie die momenteel normen voor PFAS in levensmiddelen vastlegt.
Tussen augustus en november 2021 zijn 175 monsters genomen van levensmiddelen afkomstig van verschillende landbouwbedrijven in Vlaanderen. De meetpunten werden gebaseerd op de locaties die door Vlaanderen werden gebruikt in een bodemonderzoek naar PFAS en andere milieucontaminanten. Ze werden geselecteerd op de verwachting dat zij bovenop de achtergrondverontreiniging geen bijkomende belasting voor PFAS zouden hebben. Alle monsters zijn geanalyseerd op de vier PFAS-congeneren (PFOS, PFOA, PFNA, PFHxS), die door EFSA als belangrijk worden beschouwd in de blootstelling aan PFAS via de voeding.
In geen enkel monster zijn de huidige actielimieten (1), die het FAVV bij gebrek aan Europese normen als grenswaarden hanteert, overschreden.
Resultaten scheppen globaal beeld van PFAS in Vlaamse landbouwproducten
Voor plantaardige producten zijn 58 monsters genomen van aardappelen, bonen, bloemkolen, appelen en peren. Op één monster na, zijn geen PFAS aangetroffen. Enkel op een perceel bloemkolen is een laag PFOA-gehalte gemeten. De analyseresultaten bevestigen wat EFSA in zijn rapport van 2020 omtrent PFAS heeft aangegeven, nl. dat commercieel geteelde groenten en fruit een ondergeschikte rol spelen in de blootstelling van de consument aan PFAS.
Omdat de actielimieten van het FAVV niet worden overschreden, hoeven de betrokken landbouwbedrijven op dit moment geen bijkomende maatregelen te nemen. Wel worden zij op de hoogte gebracht van de resultaten van de monsters die genomen zijn op hun bedrijf.
Snel bindende normen nodig vanuit Europa
De bevindingen van de achtergrondmonitoring zijn overgemaakt aan de Europese Commissie in het kader van haar uitwerking van geharmoniseerde Europese normen voor PFAS in levensmiddelen. Het FAVV benadrukt het belang van deze normen:
Herman Diricks, CEO van het FAVV: “Enkel de Europese Commissie – als regelgevende instantie – kan duidelijkheid brengen over welke PFAS-waarden we in levensmiddelen aanvaarden en welke niet. Door dezelfde normen op te leggen, in alle Europese landen, wordt de Belgische en Europese consument overal op dezelfde manier beschermd. Het is dan ook aangewezen dat we zo snel als mogelijk over deze Europese normen kunnen beschikken.”
Het FAVV blijft monitoren op PFAS in commerciële levensmiddelen
Naar analogie van dit onderzoek wordt in 2022 een soortgelijke monitoring in Wallonië georganiseerd.
Daarnaast zet het FAVV de algemene monitoring op PFAS in de voedselketen voort, zoals het de voorbije 10 jaar steeds heeft gedaan. Het afgelopen decennium zijn er meer dan 450 monsters van levensmiddelen in de voedselketen geanalyseerd op PFAS. Alle resultaten lagen onder de actielimiet.
Bron: FAVV