De Tweede Kamer heeft in juli een motie van het CDA aangenomen over landbouwgrond in natuurlijk beheer. Minister Schouten van LNV wil dat nader uitwerken. Medio 2022 verwacht zij in overleg met provincies, gemeenten en belanghebbende organisaties in het landelijk gebied tot een nadere uitwerking te komen van de mogelijkheden en voor- en nadelen en neveneffecten van een permanente wijziging naar landbouwgrond in natuurlijk beheer. Daarna zal de doorwerking in regelingen en kaders nog tijd vragen.
Schouten sprak in de Tweede Kamer al haar steun uit voor de motie. Zij ziet met name kansen voor grond met een bijzondere status in overgangszones rondom stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, waarin landbouw en natuur in elkaar overgaan. De minister merkt op dat er al wel voorbeelden zijn van landbouwgrond in natuurlijk beheer, zoals in het agrarisch natuur- en landschapsbeheer, het ondernemend natuurnetwerk in Noord-Brabant of in de overeenkomsten met natuurinclusieve bedrijven door Staatsbosbeheer.
Bestaande instrumenten maken landbouwgrond in natuurlijk beheer in flexibele en semi permanente varianten al mogelijk. Een nieuwe vorm zou kunnen zijn om een permanente wijziging van de status van landbouwgrond in natuurlijk beheer naar extensieve natuurinclusieve landbouw te bereiken via eenzelfde systematiek als bij wijziging naar natuurgrond. Dat betekent een combinatie van gedeeltelijk financieel afwaarderen van de grond met een kwalitatieve verplichting vastgelegd bij de notaris.
Een permanente wijziging zal transparant en zichtbaar moeten zijn in het omgevingsplan, natuurbeheerplan en bij de perceelsregistratie. Ook de consequenties voor andere juridische en financiƫle instrumenten, kaders en regelingen moeten in beeld worden gebracht, zoals voor de Meststoffenwet en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Schouten wil die permanente mogelijkheden nog nader uitwerken. Daarbij moet zij ook rekening houden met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 juli 2022.
Bron: www.agriholland.nl