Maart is ten opzichte van de klimaatperiode 1951-1980 1,7 graden warmer geworden. Ten opzichte van de vorige normaalperiode (1981-2010) is deze maand slechts 0,3 graden warmer geworden. De nieuwe normaal voor maart over de periode 1991-2020 is 6,5 graden. Maart is ook zonniger en droger geworden.
Vorstdagen
In maart vriest het normaal nog op acht dagen en dat aantal is niet afgenomen ten opzichte van de vorige normaalperiode. Vergelijken we met de periode 1951-1980 dan is het aantal vorstdagen wel afgenomen van twaalf naar acht. Het aantal dagen met matige vorst, temperaturen beneden -5 graden, kwam éénmaal voor in de periode 1951-1980 en dat aantal is gelijk gebleven in de nieuwe normaal.
Gek genoeg was overigens de nacht van 23 op 24 maart de koudste van de hele winter. Lees daar hier meer over.
Soms kan het de hele dag blijven vriezen, maar gemiddeld gezien zijn er geen ijsdagen in maart. Datzelfde geldt ook voor het aantal warme dagen, oftewel dagen met een maximumtemperatuur van 20 graden of meer. Deze komen zo nu en dan eens voor, maar gemiddeld gezien en afgerond is het nul.
Maart is vijftien procent droger geworden
Landelijk gemiddeld is de totale neerslagsom in maart de afgelopen tien jaar afgenomen. In de vorige klimaatperiode 1981-2010 viel gemiddeld over het land 66 millimeter. De nieuwe normaal is duidelijk droger met landelijk gemiddeld 56 mm. Een daling van 15 procent. Wordt er vergeleken met de periode 1951-1980 dan valt er tegenwoordig zo’n 8 millimeter meer.
Bron: Weeronline