Vergoeding van leidingbeheerders voor grondgebruik
Dit zeggen onafhankelijk vastgoeddeskundigen, aan wie LTO Nederland en de Federatie Particulier Grondbezit (FPG) advies hebben gevraagd. De leidingsbeheerders stellen zich op het standpunt dat ze wettelijk uitsluitend de schade hoeven te vergoeden. De vraag is actueel omdat het kabinet aan een nieuwe wet werkt met regels voor het 'gedogen van werken van algemeen belang'. Hierin moeten de rechten en plichten van leidingenlegger en grondeigenaar worden vastgelegd. Deze wet wordt waarschijnlijk medio volgend jaar in de Tweede Kamer behandeld en zal de naoorlogse Belemmeringenwet Privaatrecht gaan vervangen.
De juridisch adviseurs zijn van mening dat een leidingsbeheerder gebruik maakt van het bezit van een grondeigenaar. Dit gebruik is al reden voor een uitkeren van een vergoeding, zo stelden zij ook tijdens eerder deze week gehouden informatiebijeenkomsten voor grondeigenaren. De deskundigen beroepen zich daarbij op eerdere uitspraken van de rechter over grondgebruik. Daarnaast ondervinden boeren door het medegebruik door de leidingsbeheerder structureel hinder van een kabel of leiding in hun land. Vooruitlopend op de nieuwe wet dienen leidingsbeheerders nu al een redelijke vergoeding aan te bieden voor het grondgebruik, vinden LTO en FPG.
Het manco aan het wetsvoorstel is onder meer dat onderscheid wordt gemaakt tussen een leiding met een commercieel belang en algemeen belang. Volgens LTO en de FPG is dit verschil uiterst discutabel. Het aantal buisleidingen voor water, gas, riolering, olie, chemicaliƫn, elektriciteit en datatransport neemt steeds verder toe en daarvan kan altijd wel enige mate van algemeen belang worden aangetoond. Commercieel en algemeen belang raken steeds meer verweven, maar boeren en landeigenaren mogen als gevolg hiervan niet worden gedupeerd.
De minister van Infrastructuur en Milieu bepaalt uiteindelijk welke leiding het algemeen belang dient. LTO en FPG pleiten voor meer transparantie in de toetsingscriteria, die de minister daarbij hanteert. Zij vinden dat het commerciƫle aspect van de leidingsaanleg nu nog te vaak onderbelicht blijft. Hierdoor krijgt de grondeigenaar niet de vergoeding waarop hij volgens beide organisaties recht zou hebben.
LTO en de FPG gaan de bevindingen en adviezen van de specialisten nu verder uitwerken. Het is de bedoeling om samen een visie te ontwikkelen over de manier waarop een redelijke vergoeding kan worden vastgesteld. Hiervoor zijn objectieve criteria nodig. Deze visie zal worden ingebracht als de Tweede Kamer het nieuwe wetsvoorstel in behandeling neemt. Beide partijen denken daarbij onder meer aan een periodieke uitkering gebaseerd op de waarde van de grond.