"Wij verwachten dat de behoefte naar onze producten uit het Verenigd Koninkrijk wel blijft bestaan. Die export, voornamelijk van kasgroenten en uien, is het afgelopen jaar tegen wil en dank alleen nog maar gegroeid. Het Verenigd Koninkrijk heeft een lage zelfvoorzieningsgraad en moet zo'n 60% van het benodigde volume nog altijd importeren. Daarbij zijn Nederland en Spanje de belangrijkste groenten- en fruitleveranciers", vertelt Gert.
Zijn zorgen zitten dan ook voornamelijk op het administratieve en logistieke vlak. "Het Verenigd Koninkrijk wordt na de Brexit gewoon een derde land. Per definitie verschilt dat niet zoveel met een land als Indonesië. Daarvoor moeten vanuit overheden nogal wat garanties worden afgegeven. Het KCB heeft bijvoorbeeld uitgerekend dat we hierbij nogal wat extra inspecteurs nodig hebben. Dat zijn kosten die nu al gemaakt moeten worden, terwijl we nog niet weten aan welke normen we moeten voldoen. Ook zijn in de Britse havens nog altijd geen keurlocaties. Daar moeten eveneens oplossingen voor bedacht worden", constateert de directeur van GroentenFruit Huis.
"Die stroom handel krijgen we ongetwijfeld het land in, maar we moeten wel kijken tegen welke kosten en ongemakken we dat gaan doen. Zo moeten we ook nadenken over het denkbeeldige geval dat een voedselveiligheidsprobleem of besmetting zich voordoet. Zulke zaken zijn de afgelopen 25 jaar geen moment een issue geweest, maar gaan nu spelen. Anderzijds levert dat ook weer kansen op voor bedrijven. Ik ben in elk geval blij dat de eerste onderhandelingsfase voorbij is, want daar kunnen we het nu over gaan hebben."
Voor meer informatie:
Gert Mulder
GroentenFruit Huis
T + 31 79 368 11 00
[email protected]
www.groentenfruithuis.nl